Sociaal Akkoord: zegen of vloek?

In 2013 is door werkgevers, werknemers en overheid het Sociaal Akkoord gesloten, een mix van maatregelen om economisch herstel te stimuleren en de arbeidsmarkt aan te passen aan de wensen en eisen van de 21e eeuw. Wat waren in relatie tot de onderkant van de arbeidsmarkt ook alweer de doelstellingen en wat komt er nou eigenlijk van terecht in de praktijk?

Door gastblogger Jos Canton,

De bedoeling was dat de WSW-populatie in Nederland zou krimpen van 100.000 naar 30.000 werknemers. Via ‘beschut werken’ zou een betaalbaar instrument beschikbaar komen voor mensen die, zelfs met subsidie, hun weg naar reguliere werkgevers niet kunnen vinden en echt zijn aangewezen op een door de overheid gesubsidieerde infrastructuur. De bestaande WSW-bedrijven zouden hiervoor geschikt gemaakt worden. De veel te dure WSW zou dan in de toekomst niet meer nodig zijn.

Een andere doelstelling was dat met de komst van de Participatiewet een breed inzetbaar instrument voor de lokale overheid beschikbaar zou komen om iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt werk te bieden in een reguliere arbeidsomgeving. Eén instrument voor iedereen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en dat onder regie en verantwoordelijkheid van de lokale overheid. Met minder belastinggeld zouden meer mensen aan betaalde arbeid kunnen worden geholpen. Wie kon daar nou tegen zijn?

Beschut werken faalt
Anderhalf jaar na invoering van de Participatiewet constateer ik dat er nog nauwelijks tot geen mensen zijn geplaatst via het instrument ‘beschut werken’. De idiote bureaucratie die we hebben georganiseerd om tot dit instrument te worden toegelaten in combinatie met de uitleg en toepassing van indicatiecriteria, maakt dat vrijwel niemand in aanmerking komt. En als iemand de indicatie ‘beschut’ wel krijgt, blijken er in de praktijk zoveel beperkingen te zijn, dat hij of zij feitelijk niet tot arbeid in staat is. Vastgesteld moet worden dat het onderdeel beschut werken uit de Participatiewet compleet faalt. Bovendien is de financiering van dit onderdeel voor zowel gemeenten als mogelijke uitvoerders volstrekt onaantrekkelijk.

Participatiewet mislukt
Is de Participatiewet dan in ieder geval wel een succes voor mensen die niet aangewezen zijn op beschut werken maar wel een arbeidsbeperking hebben? Helaas is ook mijn oordeel hier negatief. Het idee dat deze groep door reguliere werkgevers rechtstreeks (met subsidie) in dienst wordt genomen, is niet gerealiseerd. Ook hier werken de bureaucratie, registratieprocedures en de daarmee samenhangende starre opstelling over een no-risk polis Ziektewet heerlijk contraproductief. Maar zelfs los daarvan zullen werkgevers, van wie er veel nog te maken hebben met de na-ijleffecten van de crisis, deze mensen nooit in loondienst nemen. Zij wensen voor deze groep simpelweg niet het formele werkgeversrisico te dragen. Dat is overigens altijd zo geweest. De WAGW (Wet Arbeid Gehandicapte Werknemers) functioneerde om dezelfde reden niet. Werkgevers kopen dat risico nog liever af in de vorm van een boete.

Worden er dan geen mensen geplaatst via de Participatiewet? Door inspanningen van een sociale dienst lukt het hier en daar tegen de stroom in, maar het gebeurt met name via de WSW-bedrijven. Zij nemen deze mensen in dienst en detacheren ze intern of extern bij reguliere bedrijven. De WSW-bedrijven dragen dan het formele werkgeversrisico. Gelet op de financiële kaders die hier gelden,  vraag ik me echter af hoelang de WSW-bedrijven dit volhouden.

Een ander vervelend gevolg van de Participatiewet is dat voortaan niet meer de arbeidsbeperking bepalend is voor toegang tot gesubsidieerde arbeid, maar iemands inkomenssituatie. Dat heeft alles te maken met de financiering van de Participatiewet. De Participatiewet wordt grotendeels gefinancierd met te realiseren besparingen op de bijstand door de gemeenten. Dat heeft tot gevolg dat gemeenten eigenlijk alleen mensen met een gemeentelijke uitkering kunnen helpen. Het helpen van een bredere doelgroep is voor gemeenten financieel niet op te brengen. Veel mensen met een arbeidsbeperking moeten hierdoor noodgedwongen aan de kant blijven staan.

Tot slot wil ik nog wijzen op de beloning die mensen via de Participatiewet ontvangen. Het systeem wordt zo gefinancierd dat je eigenlijk nooit boven het wettelijk minimumloon uitkomt en nooit pensioen opbouwt. Hoe motiverend is dat voor mensen die als gevolg van een beperking eeuwig zijn aangewezen op de Participatiewet?

De Participatiewet als concrete uitwerking van het Sociaal Akkoord een vloek of een zegen? Ik denk dat de architecten van het Sociaal Akkoord iets anders voor ogen hadden dan de vorm die het nu heeft gekregen. Ik hoop dat het volgende Kabinet opnieuw kijkt naar hoe de op zich goede bedoelingen van het Sociaal Akkoord er wél toe zullen leiden dat met minder middelen meer mensen met een arbeidsbeperking hun weg vinden naar betaalde arbeid.

Een parallelle economie
Voor nieuwe bewindspersonen kan Ton Wilthagen een goede inspirator zijn. Hij is hoogleraar arbeidsmarktstudies aan de Universiteit van Tilburg en pleit voor een parallelle economie voor mensen die geen werk kunnen vinden. Een parallelle economie naast, maar niet gescheiden van, de reguliere economie en arbeidsmarkt. Indien mensen niet in een gewone baan kunnen werken, moet hen een aangepaste werkomgeving geboden worden. Hiervoor moet een nieuw parallel systeem ingericht worden. Dit systeem heeft drie primaire functies, namelijk het bieden van:

– permanente aangepaste werkplekken voor mensen die blijvend zijn aangewezen op ondersteuning en een aangepaste werkomgeving;
– transitieplekken om mensen te upgraden die bij een (r)entree op de arbeidsmarkt nog niet productief of ervaren genoeg zijn. Denk hierbij aan vluchtelingen die de taal nog niet beheersen, schoolverlaters zonder diploma en langdurig werklozen;
– schuilplekken waar mensen in tijden van grote werkloosheid hun vaardigheden op peil kunnen houden en in contact blijven met de arbeidsmarkt.

Deze parallelle economie kan alleen functioneren als de overheid bereid is deze te subsidiëren.

Zo’n nieuw systeem is wat mij betreft succesvol als mensen er toegang tot krijgen wanneer ze een arbeidsbeperking hebben, de toegang onafhankelijk is van de inkomenssituatie, er landelijk uniforme kaders zijn, er normale arbeidsvoorwaarden gelden voor de deelnemers en een financieel kader wordt geboden dat werkbaar is voor de uitvoerders.

Ik onderken dat het subsidieregime voor de WSW wel erg luxe was, maar verder was die WSW zo slecht nog niet!


Een gedachte over “Sociaal Akkoord: zegen of vloek?”

  1. angelique vos schreef:

    Wijze woorden heer Canton!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Door op ‘reactie plaatsen’ te klikken geeft u toestemming voor het plaatsen van uw reactie bij het blog met uw naam. Uw e-mailadres wordt in het cms (WordPress) bewaard zodat IBN eventueel contact me u zou kunnen opnemen. Wilt u meer weten over wat we met uw gegevens doen? Lees dan onze privacyverklaring.