Inzetten onbenut talent dé oplossing voor overspannen arbeidsmarkt

Overig

Door Wil-Jan Stommels

Op deze plek schreef ik vijf jaar geleden al over impactmanagement: de beleefde waarden van werk, die niet (altijd) in geld zijn uit te drukken. Het is nog steeds een actueel thema, dat alleen maar breder wordt. Als financieel directeur ben ik geneigd deze zachte baten toch om te zetten in euro’s. Er worden dan weliswaar miljoenen genoemd die de overheid zou moeten vrijmaken voor de sociale ontwikkelbedrijven, maar dat geld wordt grotendeels terugverdiend. Het is daarom een hele goede investering, vooral nu de arbeidsmarkt zo overspannen is.

Harde euro’s en zachte baten
Sociale ontwikkelbedrijven zorgen voor maatschappelijke impact die in euro’s omgezet kan worden, de incasseerbare waarden. Gaat iemand vanuit een uitkering aan de slag, dan levert dat een besparing op van gemiddeld 15.000 euro per jaar. Daarbij komen nog de zachte baten. Deze besparingen zijn moeilijk in euro’s uit te drukken, maar dat het waarde heeft staat vast.

Overspannen arbeidsmarkt: zet onbenutte talenten in
Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is de groep ‘onbenut arbeidspotentieel’ heel interessant. Het gaat om circa een miljoen mensen die een steuntje in de rug nodig hebben, soms ook een korte opleiding, om aan het werk te kunnen. Gezien het personeelstekort is dit voor de overheid misschien wel het belangrijkste argument om gelden vrij te maken voor sociale ontwikkelbedrijven, ook al is dat nu misschien moeilijk. Want wij zijn in staat dit onbenutte talent aan te boren, te ontwikkelen en in te zetten.

Krimp medewerkersbestand
Het budget vormt voor ons echter een steeds groter probleem. Vanaf 2015 is er geen instroom meer via de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), alleen uitstroom: mensen die met pensioen gaan. De instroom via de Participatiewet (PW) is lager dan de uitstroom Wsw. Hierdoor krimpt ons medewerkersbestand. Een medewerker brengt subsidie met zich mee en zorgt voor omzet. Minder medewerkers betekent onder de streep een negatief resultaat. IBN is een financieel gezond bedrijf maar als deze krimp aanblijft, wordt het steeds lastiger om dit vol te houden.

De instroomparadox
Door het onbenutte arbeidspotentieel aan te boren, creëer je meer instroom. Dit is echter maar een deel van de oplossing. Want stel dat alle uitstroom Wsw wordt ingevuld door instroom PW, dan komen we financieel niet uit. Het subsidieresultaat (het verschil tussen subsidie inkomsten en loonkosten) van een PW-medewerker ligt namelijk 6.000 euro per jaar lager.

Bezuinigen op infrastructuur is geen optie
Dan moeten we misschien bezuinigen op onze infrastructuur: de kennis van ons personeel om met de doelgroep om te gaan, huisvesting op diverse locaties voor werk dicht bij huis en veel verschillende werksoorten om zo iedereen passend werk te kunnen bieden. Het subsidieresultaat maakt het steeds moeilijker deze broodnodige infrastructuur in stand te houden. Maar gaan we concessies doen, dan kunnen we minder mensen een steuntje in de rug bieden.

Meer dan schadelastbeperking
In de ideale wereld zijn sociale ontwikkelbedrijven overbodig en kan iedereen meedoen in het reguliere bedrijfsleven, dat is het uitgangspunt van de Participatiewet. In de afgelopen zeven jaar is echter gebleken dat dit een utopie is. Waar politiek Den Haag van doordrongen moet zijn, is dat we deze infrastructuur echt nodig hebben. Denk na over de financiering, want die is nu niet toereikend. Wees creatief, bekijk dit niet alleen vanuit Sociale Zaken, als een kostenpost. Maar, en zo begon ik dit blog, kijk ook naar de maatschappelijke impact. Deze zit niet alleen in schadelastbeperking door minder uitkeringen. Het omvat veel meer.

Geld terug richting overheid
Naast loon krijgen medewerkers een hogere eigenwaarde, meer structuur in het leven, een sociaal netwerk en waardering. Hierdoor zitten ze beter in hun vel en maken minder gebruik van de zorg. Zijn mensen aan het werk, dan is er minder criminaliteit. Bovendien hebben ze meer te besteden en dat is goed voor de economie. Mensen betalen belasting als ze werken, via die weg komt ook geld terug richting overheid. Als je er zo naar kijkt, zie je dat het veel breder is dan alleen een besparing op uitkeringen.

Investering grotendeels terugverdiend
Investeren in de infrastructuur van sociale ontwikkelbedrijven is dus lonend. Wat het precies oplevert in euro’s is echter moeilijk te berekenen en daarom is het een lastig verhaal voor de overheid. Investeren doe je om later revenuen op te strijken. Investeert de overheid nu in sociale ontwikkelbedrijven, dan zal dat op langere termijn opleveren, het verdient zichzelf grotendeels terug.

Overheid, open de ogen
Voor het bestaansrecht van IBN en alle andere sociale ontwikkelbedrijven in Nederland is het heel belangrijk dat in Den Haag de ogen opengaan. Zodat een landelijk dekkende infrastructuur met alle kennis en kunde blijft behouden. En het onbenutte talent ingezet kan worden als oplossing voor de krapte op de arbeidsmarkt. Ik stem voor!!


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Door op ‘reactie plaatsen’ te klikken geeft u toestemming voor het plaatsen van uw reactie bij het blog met uw naam. Uw e-mailadres wordt in het cms (WordPress) bewaard zodat IBN eventueel contact me u zou kunnen opnemen. Wilt u meer weten over wat we met uw gegevens doen? Lees dan onze privacyverklaring.