Nederland nog beter maken voor iedereen, dat is het doel van het kabinet-Rutte III. Maar als het aan staatssecretaris Tamara van Ark ligt, verdienen toekomstige Participatiewet medewerkers nog minder dan het minimumloon. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, een hele kwetsbare groep, die er op achteruit gaan: hoe wil de staatssecretaris hiermee de nieuwe doelstellingen bereiken?
De nieuwe regering belooft Nederland beter te maken, vooral voor mensen die nu het gevoel hebben dat de overheid er niet meer voor hen is. Meer Nederlanders moeten in hun dagelijkse leven ervaren dat het beter gaat. Hoe kan het dan dat de staatssecretaris van Sociale Zaken met dit plan op de proppen komt?
Meer banen voor mensen die aan de kant staan
De bewindsvrouw beweert dat loondispensatie gemakkelijker is voor werkgevers dan de regeling die er nu is, de loonkostensubsidie. Ze denkt dat er meer banen komen voor mensen die nu nog aan de kant staan als bedrijven minder hoeven regelen. Maar hoe komt de staatssecretaris eigenlijk op het idee dat werkgevers de huidige regeling lastig vinden? Zijn daar onderzoeken naar gedaan? Ik heb nog geen enkel bedrijf kunnen vinden dat er zo over denkt.
Loondispensatie is niet volwaardig
Een van onze kernwaarden is volwaardigheid, iets waar we elke dag naar streven, dus ik begrijp helemaal niets van dit soort omvormingen. In november heb ik op deze plek ook al mijn zorgen uitgesproken. Ik had toen nog de ijdele hoop dat het idee van de baan zou gaan, omdat het nog een regeerakkoord was. Maar het begint er nu op te lijken dat alle argumenten die aangevoerd zijn om deze regeling te schrappen, zo van tafel worden geveegd door de staatssecretaris.
De parallelle arbeidsmarkt is de oplossing
Om mensen met een arbeidsbeperking mee te kunnen laten doen, geloof ik veel meer in een tussenvorm: de parallelle arbeidsmarkt. Hier werken mensen die (nog) niet in een regulier bedrijf aan de slag kunnen. Je trekt twee jaar uit om hun (verborgen) talenten zo goed mogelijk tot uiting te laten komen, met als doel uitstroom naar een reguliere arbeidsplek. Die stap maken is niet voor iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt weggelegd, maar als je medewerkers op deze manier benadert, heb je wel veel meer kans van slagen. Wij hebben hier enorm veel ervaring in en kunnen het werkgevers heel gemakkelijk maken mensen mee te laten doen zonder dat het ten koste gaat van hun beloning, dus op een volwaardige manier.
Werk-leerlijnen voor kansrijke beroepen
Om mensen die via de Participatiewet bij ons binnenkomen middels deze aanpak naar werk te begeleiden, zijn wij binnen IBN bezig met het ontwikkelen van diverse werk-leerlijnen. Het idee is om mensen tijdens het werk op te leiden voor kansrijke beroepen. Wij spelen hiermee in op de krapte die ontstaan is op de arbeidsmarkt. Om ervoor te zorgen dat de medewerkers die zich goed ontwikkelen ook vooruitzicht hebben op een baan, onderhouden wij goede contacten met het bedrijfsleven.
Goed werk verdient een goede beloning
Staatssecretaris Van Ark, denkt u ook niet dat deze manier van mensen begeleiden en opleiden veel meer oplevert dan een regeling aanpassen? Dat bedrijven die moeilijk aan goed geschoolde mensen kunnen komen, blij zullen zijn met deze toegewijde medewerkers die hun vak verstaan? En dat de mensen die hun best hebben gedaan zich te ontwikkelen tot volwaardige medewerkers, ook een volwaardige beloning verdienen?
Ik ben heel benieuwd wat uw antwoord is op mijn vragen, en nodig u dan ook van harte uit hierop te reageren. Want onze doelstelling is dezelfde: meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk begeleiden. Laten we daarom onze krachten bundelen!